Kim heeft haar eigen ideeën over haar dorp.
In haar dorp is een waterval.
Het water van deze waterval stroomt in de grote vijver.
In deze vijver zwemt een eendje.
In Kim haar dorp staan drie huizen en een supermarkt.
De huizen hebben een pad wat gaat naar de voordeur.
Aan weerskanten van dat pad staan bloeiende bloemen.
Het lijken wel tulpen.
In het dorp is ook een kat.
En de hond Tobias.
De hond heeft een klein eigen huisje.
En een bot en water en eten.
Je kan er ook goed spelen ,
in het dorp van Kim.
Er is een apenrek, een glijbaan, een wip.
En een ronde knikkerpot.
In haar dorp is het goed leven.
De zon schijnt er volop.
De vogels fluiten een vrolijke deun.
In dit dorp wil je wel wonen, in het Dorp van Kim