Deze maand een gedicht van Marie Boddaert (1844-1914)
Morgen op de hei
Ik loop langs hei – die ligt in diep azuur
Van zomerhemel rondom neergespreid -
Kleurwarme hei: een brokje oneindigheid
Van kruid en bloem, zover ik mijmrend tuur.
Wereld en mensen weg… Alleen natuur
Zo pas gegleên uit rijk van rustigheid
Met glimlach ongerept: stille innigheid
Van nijver leven in het morgenuur.
Ik schroom te treden op het purprend bruin;
Ik schroom de voet te zetten op het mos
Zo gul aaneengegroeid…. Het lijkt me een bos
Vol lommerpaadjes, of een feeëntuin
Priëelig groen en koel. – Een mensenvoet
Vertreedt zo licht… en weet niet dat hij ‘t doet.
Serena (1898)